Het spel Camelot wordt gespeeld op een speciaal Camelot-bord en bestaat uit 160 velden. Beide spelers beginnen met 14 stukken, 4 paarden en 10 pionnen. Wit begint. De beginsituatie staat op de volgende afbeelding:
Doel van het spel
Elke speler verdedigd een speciale locatie op het bord die 'kasteel' wordt genoemd. Het witte kasteel bestaat uit de velden F1 en G1, het zwarte kasteel bestaat uit de velden F16 en G16. De bedoeling is om het 'kasteel' van de tegenstander met 2 stukken te bezetten.
Zetten en slaan:
Er kan op verschillende manieren een zet worden gedaan:
Een enkele zet: alle stukken mogen zich één veld naar alle kanten (horizontaal, verticaal of diagonaal) verplaatsen, mits dit veld leeg is.
Een galopzet: alle stukkren mogen springen in elke richting (horizontaal, verticaal of diagonaal) over eigen stukken die op een aangrenzend veld staan, mits het direct erachter gelegen veld (dat in de richting van de sprong ligt) leeg is. Men kan 'slechts' over één eigen stuk tegelijk springen, maar men kan hierna wel verder springen (= net als een meerslag bij dammen, maar in dit geval dus over de eigen manschappen!!). Wanneer men over meerdere stukken springt dan mag men van richting veranderen maar een galopzet kan niet op hetzelfde veld eindigen als het is begonnen. Een galopzet is niet verplicht, noch is men verplicht zover als mogelijk te galoperen.
Een sprongzet: alle stukken mogen springen in elke richting (horizontaal, verticaal of diagonaal) over stukken van de tegenstander dat op een aangrenzend veld staat, mits het direct erachter gelegen veld (dat in de richting van de sprong ligt) leeg is. Alle vijandelijke stukken waar men overheen springt zijn daarmee geslagen en wordt direct van het bord verwijderd. Een sprongzet is verplicht wanneer men deze kan maken! Bovendien is men verplicht verder te slaan indien dit mogelijk is, hierbij mag men van richting (horizontaal, verticaal of diagonaal) veranderen Wanneer men de keuze heeft uit verschillende sprongzetten mag de speler kiezen hoe en met welk van zijn manschappen hij gaat springen. Wanneer een speler verplicht is een sprongzet te maken, en hij kan ook slaan met een ridderzet, is dat ook toegestaan.
De enige situatie dat een speler zijn verplichting tot slaan mag (lees moet) negeren is, wanneer hij bij zijn voorgaande zet, waarbij een vijandelijk manschap is geslagen en hij in zijn eigen kasteel terecht is geëindigd, en hij moet in die zet onmiddelijk met dat manschap zijn kasteel verlaten.
Een ridderzet: Alleen een paard (-> ridder) mag een combinatiezet maken bestaande uit een galopzet en een sprongzet, we noemen dit dan een ridderzet. Een ridderzet mag alleen in deze volgorde worden gedaan, eerst de galopzet(ten) en daarna de sprongzet(ten). Een paard is niet verplicht om een ridderzet uit te voeren. Wanneer een paard na een galopzet een vijandelijk stuk kan slaan dan moet ie dat ook doen, tenzij hij bij een alternatieve route in dezelfde zet alsnog één of meerdere tegenstanders kan slaan. Ook bij de ridderzet is de richting na elke sprong geheel willekeurig.
Winst:
Het spel is gewonnen wanneer een speler met 2 van zijn stukken (paard of pion) het vijandelijke kasteel heeft bezet. Ook heeft men het spel gewonnen wanneer men alle vijandelijke stukken heeft geslagen en men er zelf minimaal 2 over heeft. De derde winmogelijkheid is dat wanneer men minimaal 2 stukken over heeft en de tegenstander geen legale zet kan doen.
Remise:
Het spel is remise wanneer beide spelers niet meer dan 1 manschap over hebben.
Het eigen kasteel:
Een speler mag (en kan) niet door een 'enkele zet' of een 'galopzet' in het eigen kasteel terechtkomen. Wanneer een vijandelijk manschap op een aangrenzend veld van zijn kasteel staat, dan kan men door een 'sprongzet' of (alleen tijdens de "slagzet" van) de 'ridderzet' wel in het eigen kasteel terechtkomen. Men kan niet in het kasteel komen met de 'galopzet' van het paard in de 'ridderzet'...!! Wanneer men met een "slagzet" de zet beëindigd in het kasteel (en er dus niet direct meer uit kan), moet in de volgende zet altijd direct het kasteel weer verlaten, hierop is geen uitzondering. Een speler moet met een sprongzet zijn kasteel verlaten indien mogelijk, in plaats van met een 'enkele zet' of een 'galopzet'. Wanneer een speler de keuze heeft tussen een 'sprongzet' en een 'ridderzet' om zijn kasteel te verlaten voldoet hij in beide gevallen aan die verplichting en is de keuze dus vrij.
Het vijandelijke kasteel:
Als een stuk eenmaal in het vijandelijk kasteel terecht is gekomen, dan kan het dit niet meer verlaten. Wel kan men in het kasteel een zet doen, een zgn. 'kasteelzet'. Een speler kan per spel maximaal 2 'kasteelzetten' doen.
Speel dit nu
(verberg) Wilt u meer partijen spelen, maar kunt u niet beslissen welk speltype u het liefste wilt? Neem dan deel aan een toernooi waarin het te spelen speltype willekeurig wordt bepaald. (pauloaguia) (laat alle tips zien)