Deze Schaakvariant werd in het tijdschrift The Chess Amateur beschreven in 1922 en door de Fransman L. Legan bedacht. Het spel wordt gespeeld met alle standaard schaakfiguren in de volgende beginopstelling:
Buiten de uitzonderingen die hieronder beschreven worden, gelden de normale schaakregels.
Pionnen bewegen zich diagonaal en kunnen zowel horizontaal als verticaal "in voorwaartse richting" slaan. Dit betekent dat (zoals in de afbeelding hierboven) een witte pion alleen links naar voren kan zetten en vijandelijke stukken kan slaan die op de aangrenzende velden boven en links van de pion staan, een zwarte pion beweegt zich rechts naar beneden en slaat naar de aangrenzende velden ter rechterzijde van en onder de pion.
Er is geen rochade mogelijk, noch het slaan van pionnen En-passant.
Pionnen kunnen promoveren op de velden die in de beginstand bezet worden door de tegenstanders Koning, Paarden, Lopers en Torens. De promotiezone van wit beslaat dus de velden A5, A6, A7, A8, B8, C8 en D8, en die van zwart de velden E1, F1, G1, H1, H2, H3 en H4.
(verberg) Geen zin meer om voor elk potje Zeeslag of Spionage steeds weer alle stukken te moeten plaatsen? Ga dan naar Spelbouwers om daar een paar van uw favoriete beginopstellingen voor toekomstig gebruik op te slaan. (pauloaguia) (laat alle tips zien)